Dat is volgens premier Jan Peter Balkenende vrijdag afgesproken tijdens een
EU-top in Brussel. De regeringsleiders werden het daar eens over een
economische strategie voor de komende tien jaar.
Beter concurreren
Doel van de strategie is ervoor te zorgen dat de Europese economie beter kan
concurreren met die van andere machtsblokken, zoals de Verenigde Staten,
India en China. Volgens de Nederlandse regering past armoedebestrijding niet
bij de doelstellingen. "De focus moet liggen op banen en groei”, aldus
Balkenende, die erop wees dat werk de beste manier is om armoede tegen te
gaan. Het voeren van een gericht armoedebeleid is volgens hem een zaak van
de nationale lidstaten. De premier toonde zich dan ook tevreden met de
uitkomst van de EU-top.
Maar EU-president Herman Van Rompuy geeft een andere uitleg aan de afspraken
die op de EU-top zijn gemaakt. Volgens hem gaan de regeringsleiders in juni
alsnog "cijfers plakken op het doel om armoede te bestrijden”. Hij
erkende dat sommige EU-landen moeite hebben met streefcijfers.
De bezwaren zijn dat Europa niet bevoegd zou zijn, dat armoede moeilijk te
meten is en dat de EU al veel doet voor extra werk. "Niettegenstaande vinden
we dat het erin moet blijven”, zei Van Rompuy. Voorzitter José Manuel
Barroso van de Europese Commissie pakte er nog het Verdrag van Lissabon bij,
om te tonen dat artikelen 151 en 153 Europa wel degelijk bevoegd maken voor
beleid tegen sociale uitsluiting.
Alleen indicatoren
Balkenende blijft er echter bij dat er geen streefcijfers komen over
armoedebestrijding, alleen "indicatoren” om in kaart te brengen hoe de
"sociale insluiting” wordt bevorderd.
Balkenende vindt het geen punt dat in de toekomststrategie van de EU niet
staat dat de pensioenleeftijd omhoog moet. Hij wees erop dat een hogere
pensioenleeftijd in diverse landen, waaronder Nederland, al op stapel staat.
Volgens hem komen ook andere EU-lidstaten onder druk te staan om hun
pensioenleeftijd op te trekken.
In de EU-strategie staat verder onder meer dat er extra geld moet worden
uitgegeven aan onderzoek en innovatie, dat de CO2-uitstoot in 2020 met 20
procent moet zijn gedaald ten opzichte van 1990 en dat het aandeel
hernieuwbare energie moet stijgen tot 20 procent van het totale gebruik. Ook
moet het onderwijs worden verbeterd en voorkomen worden dat leerlingen
voortijdig de school voor gezien houden.
Lissabondoelstellingen
De nieuwe EU-strategie komt in de plaats van de zogeheten
Lissabondoelstellingen, die in 2000 werden afgesproken. Die moesten ervoor
zorgen dat de Europese economie de meest concurrerende ter wereld zou
worden. In de praktijk is van die afspraken niet veel terechtgekomen.
In de komende tien jaar zal de Europese Commissie de vinger wat meer aan de
pols houden. Sancties voor lidstaten die er met de pet naar gooien,
ontbreken echter in de tekst.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl